Participatieverordening
Hoofdstuk 1 - Begrippenlijst
Artikel 1. Betekenis van gebruikte woorden
- Begrijpelijke taal: eenvoudige taal voor mensen met een gemiddeld taalniveau B1. Dit betekent korte zinnen, vaktaal vermijden en moeilijke woorden uitleggen of vervangen door eenvoudige termen.
- Beleid: gemeentelijke regels, project, programma of plan om een bepaald doel te bereiken.
- Lopend uitvoeringstraject: een bestaand beleidsproces of project dat al wordt uitgevoerd.
- Ondergeschikte herziening: er is sprake van een kleine verandering met weinig gevolgen voor de eerdere plannen/doelen.
- Bestuursorgaan: het gemeentelijke orgaan dat bevoegd is over het onderwerp een besluit te nemen. Dit is de gemeenteraad, het college of de burgemeester, afhankelijk van het onderwerp.
- College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel.
- Dorps- of wijkraad (ook wel dorps- of wijkplatform genoemd): een groep vrijwilligers die zich inzet voor hun dorp of wijk. Een dorps- of wijkraad behartigt algemene belangen van de inwoners in hun dorp of wijk.
- Initiatiefnemer: degene die met een plan komt. Dit kan een persoon, een bedrijf of een bestuursorgaan zijn. De initiatiefnemer is de opdrachtgever en is eindverantwoordelijk voor het gehele project.
- Inwoners: mensen die in de gemeente Zaltbommel wonen en daar ook zijn ingeschreven. En mensen die een direct belang hebben bij beleid van de gemeente, bijvoorbeeld vanwege hun eigendommen, ondernemingen of andere zakelijke of maatschappelijke betrokkenheid.
- Maatschappelijke partijen: organisaties die een actieve bijdrage leveren aan de samenleving, zoals verenigingen, stichtingen, wijk- en dorpsraden en ondernemingen zonder winstoogmerk.
- Leefomgeving: de fysieke, sociale en economische omgeving waarin mensen wonen, werken, ontspannen en elkaar ontmoeten. In het kader van participatie omvat de leefomgeving niet alleen de inrichting van de openbare ruimte, natuur en bebouwing, maar ook de kwaliteit van sociale interactie, veiligheid, toegankelijkheid en duurzaamheid.
- Inspraak: de mogelijkheid om je mening te geven over beleid. Deze mogelijkheid geeft het bestuursorgaan. Bij inspraak kan er gereageerd worden op een voorstel of plan voor beleid. Het bestuursorgaan neemt het uiteindelijke besluit. Rechten en plichten voor inspraak zijn beschreven in de Gemeentewet (artikel 150, tweede lid).
- Participatie: een proces waarbij mensen, groepen of organisaties invloed uitoefenen op beleid, project of initiatief. Ook wel inwonersbetrokkenheid genoemd. Bijvoorbeeld doordat zij meedenken, meebepalen of zichzelf organiseren om met een maatschappelijk vraagstuk of een vergunningaanvraag aan de slag te gaan.
- Inwonersparticipatie: de gemeente neemt initiatief om belanghebbende inwoners, maatschappelijke partijen en ondernemers bij de voorbereiding, uitvoering of evaluatie van beleid te betrekken.
- Overheidsparticipatie: de inwoner komt met een idee bij de gemeente. De gemeente sluit aan bij activiteiten en initiatieven in de samenleving. Dit kan ook gaan over het uitdaagrecht. Niet de plannen van de overheid staan centraal, maar juist de ideeën en initiatieven van inwoners en collectieven.
- Uitdaagrecht: het recht van inwoners en maatschappelijke partijen om de uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen, zoals bedoeld in de Gemeentewet (artikel 150).
Hoofdstuk 2 - Kaders en uitgangspunten
Artikel 2. Doel
Dit willen we bereiken met deze verordening:
- de samenwerking versterken tussen bestuursorganen, inwoners en maatschappelijke partijen;
- duidelijkheid geven over de kaders van het participatieproces;
- de voorwaarden scheppen voor het uitdaagrecht.
Toelichting artikel 2. Doel van het participatiebeleid (Deze link gaat naar een externe website)
Artikel 3. Reikwijdte
De initiatiefnemer weegt af en bepaalt in welke mate en hoe participatie plaatsvindt. Daarbij houdt de
initiatiefnemer zich aan deze regels:
- a. Participatie vindt in ieder geval plaats als:
- a. inspraak of participatie wettelijk vereist is;
- b. het beleidsvoornemen, het project of het initiatief aanzienlijke impact heeft op de leefomgeving, welzijn of belangen van inwoners of maatschappelijke partijen;
- c. er eerder is toegezegd dat participatie plaatsvindt;
- d. wanneer inwoners of maatschappelijke partijen een beroep doen op het uitdaagrecht en het bestuursorgaan het verzoek toewijst.
- b. Participatie vindt in ieder geval niet plaats als:
- a. het een lopend uitvoeringstraject of ondergeschikte herziening betreft;
- b. het volgens wettelijke voorschriften is uitgesloten;
- c. wanneer er sprake is van spoed;
- d. de verantwoordelijkheid voor kwetsbare groepen zwaarder weegt;
- e. participatie op andere wijze vorm krijgt.
Toelichting artikel 3. Reikwijdte verordening (Deze link gaat naar een externe website)
Artikel 4. Participatie in relatie tot de Omgevingswet
De gemeente past deze participatieverordening zoveel mogelijk toe bij het vaststellen of wijzigen van de volgende instrumenten zoals omschreven in de Omgevingswet: omgevingsvisie, omgevingsplan, omgevingsprogramma en omgevingsvergunning.
- 1. Aanvullende afspraken:
- a. de aanvrager (initiatiefnemer) van een omgevingsvergunning dient aan te geven of er vooraf participatie heeft plaatsgevonden, hoe dit is gedaan en wat de resultaten waren;
- b. de aanvrager is niet verplicht tot participatie wel kan de gemeente, met het oog op zorgvuldige besluitvorming de aanvrager verzoeken om (opnieuw) in gesprek te gaan met de omgeving;
- c. als de aanvrager niet aan participatie heeft gedaan, motiveert de aanvrager waarom niet;
- d. indien de aanvrager geen participatieproces opstart, kan de gemeente besluiten dit zelf vorm te geven;
- e. de gemeenteraad kan regels stellen voor participatie bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (BOPA) en legt dit vast in een aanwijzingsbesluit.
Toelichting artikel 4. Participatie en de Omgevingswet (Deze link gaat naar een externe website)
Artikel 5. Participatie en gebiedsgericht werken
Gebiedsgericht werken stelt de gemeente in staat aan te sluiten op wat een dorp of wijk uniek maakt. De dorps- en wijkraden spelen hierbij een belangrijke en geheel eigen rol.
- 1. Een dorps- of wijkplatform heeft de volgende taken:
- a. inbreng leveren over wat de kern kenmerkt, zodat er aangesloten kan worden bij wat het dorp/ de wijk uniek maakt
- b. signalen uit de kern oppakken, delen met de gemeente en gezamenlijk oplossen
- c. functioneren als klankbord voor de inwoners, gemeente en andere maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigen hiermee hun kern. Vanuit deze rol worden zij uitgenodigd om mee te denken in beleid en andere ontwikkelingen die de kern raken en kunnen ook ongevraagd advies geven
- d. fungeren als communicatiekanaal tussen gemeente en dorp of wijk bij gebiedsgericht werken
- e. organiseren van de samenwerking met partners in de wijk en gezamenlijke afspraken maken
- f. stimuleren en motiveren van inwoners tot het nemen van initiatieven voor de eigen woon- en leefomgeving
- g. zorgen dat inwoners bekend zijn met de dorps- of wijkraad en de weg weten te vinden bij
ideeën en signalen - h. Inzetten van het aan de kern verbonden budget
- 2. Een platform heeft bij voorkeur de status van rechtspersoon, zodat zij ook financiële verantwoordelijkheid kan dragen. Raadsleden, burgerraadsleden, collegeleden en ambtenaren van de gemeente Zaltbommel zijn uitgesloten van deelname aan een wijk- en dorpsplatform.
Artikel 6. Zorgplicht participatie
- 1.Indien er gekozen is voor een participatietraject, is de initiatiefnemer verantwoordelijk voor een zorgvuldig participatieproces en zorgt voor:
- a. toelichting in begrijpelijke taal op de plannen voor het initiatief en de wijze waarop de deelnemers daarbij betrokken worden
- b. verslaglegging over de inbreng en wat er met de inbreng en inzichten van deelnemers is gebeurd en tot welk besluit het heeft geleid
- c. beschikbaar stellen van relevante documenten (met uitzondering van documenten waarop een weigeringsgrond op grond van de Wet Open Overheid van toepassing is)
- d. toegankelijke en betrouwbare communicatie in begrijpelijke taal, die aansluit bij de doelgroep
- e. transparantie over de vastgestelde kaders en de ruimte voor participatie
- f. benaderbaarheid en tijdige reactie op vragen en opmerkingen
Toelichting artikel 6. Zorgplicht participatie (Deze link gaat naar een externe website)
Hoofdstuk 3 - Inwonersparticipatie
Artikel 7. Participatieplan
- 1.In een participatieplan van de gemeente wordt in beginsel het volgende opgenomen:
- a. een omschrijving van het beleid dat voorbereid, uitgevoerd of geëvalueerd wordt
- b. een onderbouwde keuze voor een helder en haalbaar doel van de participatie
- c. een toelichting op welke inwoners en belanghebbenden de participatie zich richt
- d. een toelichting over de inspanningsverplichting voor het betrekken van ondervertegenwoordigde groepen
- e. de mate van invloed van deelnemers, waarbij een keuze wordt gemaakt tussen meebepalen, samenwerken (co-creatie), adviseren, reageren of een combinatie hiervan
- f. de communicatie in het participatietraject: de manier waarop we inwoners en belanghebbenden informeren over het proces, hoe zij betrokken kunnen raken en wat de uitkomst is
- g. met welke kaders er, in ieder geval juridisch, financieel en beleidsmatig, in het participatietraject rekening moet worden gehouden;
- h. de wijze waarop en binnen welke termijnen inwoners en belanghebbenden hun inbreng kunnen leveren
- i. als nieuwe inzichten of omstandigheden het nodig maken om het participatieplan aan te passen, dan mag dat (wel moet duidelijk worden uitgelegd en vastgelegd waarom deze aanpassing is gedaan).
- 2. Voor het opstellen van het participatieplan wordt gebruik gemaakt van het format dat het college heeft vastgesteld.
Toelichting artikel 7. Participatieplan (Deze link gaat naar een externe website)
Artikel 8. Inspraak
- Als in het participatieplan wordt gekozen voor 'reageren' (artikel 7.1e) kan inspraak worden georganiseerd.
- Inspraak wordt georganiseerd volgens de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, tenzij het bestuursorgaan een ander proces vaststelt.
Toelichting artikel 8. Inspraak (Deze link gaat naar een externe website)
Artikel 9. Afronding inwonersparticipatie
- 1. Na afronding van een inwonersparticipatietraject stelt het bestuursorgaan binnen 30 dagen een participatieverslag op.
- 2. Het participatieverslag omvat:
- a. een beschrijving van het participatieproces
- b. de resultaten van het proces
- c. een gemotiveerde reactie op de uitkomsten
- d. de doorgevoerde beleidsaanpassingen
Toelichting artikel 9. Afronding Participatieproces (Deze link gaat naar een externe website)
Hoofdstuk 4 - Overheidsparticipatie
Toelichting hoofdstuk 4 Overheidsparticipatie (Deze link gaat naar een externe website)
Artikel 10. Verzoek om overheidsparticipatie
- Inwoners en maatschappelijke partijen kunnen bij het college een verzoek voor overheidsparticipatie indienen met een omschrijving van hun doel en beoogde resultaat.
- De gemeente stelt hiervoor een aanvraagformulier beschikbaar via de website.
Toelichting artikel 10: Verzoek om overheidsparticipatie (Deze link gaat naar een externe website)
Artikel 11. Beoordeling verzoek overheidsparticipatie
- 1. Een verzoek wordt getoetst op:
- a. ruimte binnen beleid, regelgeving en wettelijke taken van de gemeente
- b. hoe het past bij bestaand beleid;
- c. kosten en complexiteit.
Artikel 12. Uitvoering overheidsparticipatie
- 1. Bij toekenning van overheidsparticipatie worden afspraken vastgelegd over:
- a. het proces, de looptijd en beoogde uitkomsten
- b. het budget en de financieringswijze
- c. de rol van het bestuursorgaan gedurende het proces
Toelichting artikel 12: Uitvoering overheidsparticipatie (Deze link gaat naar een externe website)
Artikel 13. Aanvullende afspraken bij uitdaagrecht
- 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen gemeentelijke taken of hierop het uitdaagrecht wordt toegepast.
- 2. Overname van de uitvoering van de volgende taken is niet mogelijk:
- a. als het een lopend uitvoeringstraject of ondergeschikte herzieningen daarvan betreft
- b. als het uitdaagrecht bij of op basis van wettelijk voorschrift is uitgesloten
- c. als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving, waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
- d. over de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet
- e. als de opdrachtwaarde boven de Europese drempelwaarde uitkomt
- f. als de uitvoering van een beleidsvoornemen zo spoedeisend is dat het onmogelijk is om het benutten van het uitdaagrecht af te wachten
- g. als het belang van het uitdaagrecht niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving
- 3. Een verzoek tot het uitdaagrecht moet voldoen aan de volgende drie voorwaarden:
- a. het initiatief komt van inwoners (en dus niet van de gemeente)
- b. het is bedoeld voor mede-inwoners (dus geen persoonlijk plan)
- c. het gaat om een huidige taak (of een deel daarvan), waar de gemeentebudget voor heeft.
- 4. Een inwoner kan een verzoek met betrekking tot het uitdaagrecht indienen via een aanvraagformulier op de gemeentelijke website. Die aanvraag omvat in ieder geval de volgende onderdelen:
- a. omschrijving van de gemeentelijke taak die de verzoeker wil overnemen;
- b. uitleg waarom of hoe de verzoeker deze taak beter en goedkoper kan uitvoeren;
- c. duidelijkheid over de betrokkenheid, kennis of ervaring van de verzoeker
- d. indicatie van het draagvlak onder belanghebbenden
- e. indicatie van de kosten die aan de uitvoering van de taak verbonden zijn
- f. omschrijving van de manier waarop de verzoeker met de gemeente wil samenwerken of ondersteuning nodig heeft
- g. inzicht in hoe de kwaliteit van de taak op de langere termijn te waarborgen is.
- 5. Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken of het verzoek in behandeling kan worden genomen.
- 6. Het bestuursorgaan beslist binnen drie maanden over de inhoud van het verzoek, tenzij anders met de initiatiefnemers wordt overeengekomen.
- 7. Het bestuursorgaan maakt met de verzoekers afspraken over het proces, het resultaat, het budget en de looptijd.
Hoofdstuk 5 - Slotbepalingen
Artikel 14. Hardheidsclausule
- In bijzondere gevallen kan het bestuursorgaan gemotiveerd afwijken van deze verordening.
Toelichting artikel 14. Hardheidsclausule (Deze link gaat naar een externe website)
Artikel 15. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
- De inspraakverordening Inspraak verordening Zaltbommel 2004 wordt ingetrokken en blijft alleen van toepassing op lopende procedures.
Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel
- Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2025 en wordt aangehaald als: ‘Verordening Inwoners en Overheidsparticipatie bij de gemeente Zaltbommel 2025’.
- Deze verordening is vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 mei 2025.
Toelichting artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel (Deze link gaat naar een externe website)