Algemene voorwaarden geveltuintjes

Algemeen

• Voor het aanleggen van een geveltuintje moet u eerst een aanvraag indienen bij de gemeente. U kunt beginnen met de aanleg nadat u toestemming heeft gekregen van de gemeente.
• De gemeente blijft eigenaar van de grond van het geveltuintje.
• Voor het geveltuintje gelden de volgende maten:
  • De lengte van het tuintje is maximaal de lengte van de gevel.
  • De breedte van het tuintje vanaf de gevel naar de stoep is 30 cm. Er moet een vrije doorgang blijven van minimaal 1.20 meter.
  • In sommige gevallen is een breedte tot maximaal 60 cm mogelijk; geef dit in de aanvraag aan als u dit wenst.
  • De diepte (de grond in) is maximaal 30 cm diep. Dieper mag niet, omdat daar kabels en leidingen kunnen liggen.
• De gemeente heeft altijd de mogelijkheid om een aanvraag af te wijzen.
• Er kunnen speciale voorwaarden gelden bij de locatie; hierover wordt u geïnformeerd na het indienen van de aanvraag.

Aanleg en inrichting

• De initiatiefnemer legt het geveltuintje zelf aan: stenen eruit, straatzand eruit. Let op: er kunnen kabels en leidingen in de grond liggen (soms ook ondieper dan 30cm!). Voorkom schade en aansprakelijkheid door een KLIC-melding te doen bij het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (Deze link gaat naar een externe website).
• Een geveltuintje in een stoep wordt afgewerkt met een betonnen opsluitband van 10x20 cm.
• Op sommige locaties (bijv. delen van de historische binnenstad) legt de gemeente het geveltuintje voor u aan.
• De initiatiefnemer zorgt voor het aanbrengen van goede tuinaarde en beplanting.
• De inrichting van het geveltuintje sluit aan bij het doel hiervan: minder stenen, meer natuur, verkoeling in hete perioden en opvang van regenwater.
• U mag geen bomen en boomvormers planten: ze kunnen schade veroorzaken aan ondergrondse kabels en leidingen, bestrating en gebouwen.
• Planten mogen geen overlast of veiligheidsrisico’s veroorzaken voor voorbijgangers en/of buren.
• Er mogen geen hekjes of afscheidingen geplaatst worden rond het geveltuintje.
• Bij monumentale panden: zorg ervoor dat de monumentale details zichtbaar blijven; kies planten die passen bij de bouwstijl en houd ruimte tussen gevel en beplanting voor ventilatie en onderhoud.
• Er moet ruimte vrij blijven rondom objecten in de omgeving, zoals brandkranen, lantaarnpalen, verkeersborden, elektriciteitsvoorzieningen, afvalbakken en ander straatmeubilair.

Beheer en onderhoud

• U bent zelf verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van uw geveltuintje. De tuin mag geen overlast veroorzaken.
• Snoei overhangende takken. Zo kunnen mensen er makkelijk langs.
• Plant u klimplanten? Bind deze dan op tegen de muur of aan een hekwerkje.
• Het is niet toegestaan om chemische bestrijdingsmiddelen in uw geveltuintje te gebruiken.
• Geveltuintjes drogen snel uit, omdat het regenwater de planten niet aan alle kanten goed kan bereiken. Geef uw geveltuintje daarom voldoende water in droge periodes.
• Laat straatnaambordjes en openbare verlichting met bijbehorende kastjes en draden zichtbaar.
• Gemeente en nutsbedrijven hebben altijd vrije toegang tot de kabels/ leidingen onder een geveltuin. Bij dergelijke werkzaamheden kan het voorkomen dat het geveltuintje verwijderd moet worden of beschadigd raakt. Voor eventuele schade aan uw geveltuintje kunt u deze diensten niet verantwoordelijk stellen.
• Als de bewoner zich niet houdt aan de afgesproken voorwaarden, krijgt deze één week de tijd om het geveltuintje aan te passen aan de voorwaarden.
• Als de bewoner het geveltuintje niet meer wil, dan moet dit gemeld worden bij de gemeente. U zorgt er dan voor dat het geveltuintje wordt verwijderd en de stoep wordt hersteld in oorspronkelijke staat.
• De gemeente heeft het recht bij daadwerkelijke verwaarlozing of verwijtbare schade de tuin te verwijderen. De kosten hiervan zijn voor de bewoner.
• Als u verhuist, moet de volgende bewoner de verantwoordelijkheid voor het geveltuintje op zich nemen. Anders moet u de stoep weer in de oorspronkelijke staat terugbrengen.