Lees pagina voor

Beleidstoelichting Verordening Inwoners- en overheidsparticipatie

Toelichting artikel 2. Doel van het participatiebeleid

Het doel is om gezamenlijk tot betere oplossingen te komen door verschillende perspectieven te benutten en belanghebbenden invloed te geven. Participatie draagt bij aan transparantie, voorspelbaarheid en vertrouwen in de gemeente. Inwoners en andere belanghebbenden weten wat ze kunnen verwachten, welke rol zij kunnen spelen en hoe hun input wordt meegenomen. Door structureel en zorgvuldig participatie in te zetten, is Zaltbommel een gemeente waarin inwoners en belanghebbenden zich gehoord voelen, waarin beleid beter aansluit bij de behoeften van de samenleving en waarin samenwerking kan leiden tot een sterkere gemeenschap.

Toelichting artikel 3. Reikwijdte verordening

Dit artikel gaat over de reikwijdte van participatie. Participatie geldt bij alle processen rond nieuw beleid, de uitvoering of evaluatie van beleid en projecten. Het doel is om samen met inwoners, bedrijven en organisaties te zorgen voor een optimale leef-, werk- en recreatieomgeving.

In het tweede lid worden situaties beschreven waarin participatie niet plaatsvindt. Deze uitzonderingen voorkomen ongeschikte participatieprocessen en teleurstellingen. Bij een uitzondering legt de gemeente in de participatieparagraaf van het collegebesluit uit waarom dit het geval is, zodat het transparant blijft. Betrokkenen worden altijd geïnformeerd over de besluiten.

De gemeente moet zorgvuldig bepalen of een uitzondering echt nodig is. Wat voor de gemeente minder belangrijk lijkt, kan voor bewoners of bedrijven juist van belang zijn. In sommige gevallen kan participatie nog steeds plaatsvinden over de uitvoering of planning van een besluit. Als een uitzondering wordt gemaakt, moet dit goed worden uitgelegd en moeten betrokkenen duidelijk geïnformeerd worden. Ook wordt in de participatieparagraaf van het collegebesluit aangegeven wat hiervoor de reden was.

Hier zijn enkele voorbeelden wanneer participatie niet mogelijk is:

Participatie krijgt op een andere wijze vorm.

Deze verordening gaat niet over de cliëntenraad en adviesraad sociaal domein, omdat in de Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet en Participatiewet opgenomen is dat hiervoor een specifieke cliënt- en adviesraad opgericht moeten worden. De andere vormen van inwonerbetrokkenheid voor deze beleidsterreinen vallen wel onder deze verordening.

Toelichting artikel 4. Participatie en de Omgevingswet

Dit artikel geeft aan wat er verwacht wordt vanuit de Omgevingswet en regelt dat de gemeente zelf participatie kan vormgeven als een initiatiefnemer ervoor kiest dit niet te doen. De Omgevingswet verplicht initiatiefnemers en overheden om participatie te bevorderen bij initiatieven in de fysieke leefomgeving.

De Omgevingswet zorgt ervoor dat participatie een nog belangrijkere rol bij initiatieven in de fysieke leefomgeving krijgt. De Omgevingswet benadrukt het belang van participatie bij initiatieven in de fysieke leefomgeving. Met uitzondering van bijzondere gevallen is participatie door de initiatiefnemer niet verplicht. Wel is participatie een indieningsvereiste bij vergunningaanvragen. De gemeente kan dit proces faciliteren en het participatieproces beoordelen. Bij het wijzigen van de instrumenten omgevingsvisie, omgevingsprogramma en omgevingsplan is de gemeente verplicht participatie te organiseren. Bij wijziging van het omgevingsplan kan de initiatiefnemer dit ook vormgeven. Vanwege de specifieke spelregels is er voor de Omgevingswet een aanvullend artikel opgenomen.

Toelichting artikel 5. Participatie en gebiedsgericht werken

In het bestuursakkoord 2022-2026 wordt de gebiedsgerichte aanpak benadrukt. Het gebiedsgericht werken stelt de gemeente in staat om heel gericht in te spelen op de unieke eigenschappen en behoeften van een dorp of wijk. We streven ernaar dat elke wijk een wijk- of dorpsplatform (dorps- of wijkraad) heeft die zich inspant om de leefbaarheid in de kernen te verbeteren. De leden van de dorps- en wijkraad leveren inbreng vanwege de kennis van het dorp of de wijk en de betrokkenheid bij hun dorp of wijk. Aan het gebiedsgericht werken zijn budgetten gekoppeld, bedoeld om initiatieven van inwoners te ondersteunen. Ze motiveren en enthousiasmeren inwoners om zich in te zetten voor de eigen woon- en leefomgeving. Zowel vanwege hun rol in gebiedsgericht werken als de budgetten waarmee zij zelf initiatieven vanuit inwoners kunnen ondersteunen, zijn de dorps- en wijkraden een specifieke vorm van inwonerbetrokkenheid.

Toelichting artikel 6. Zorgplicht participatie

Artikel 6 legt de verantwoordelijkheden van de initiatiefnemer (zoals de gemeente, projectontwikkelaars of woningbouwcorporaties) vast om een zorgvuldig en transparant participatieproces te waarborgen. Dit artikel benadrukt dat participatie toegankelijk, inclusief en goed georganiseerd moet zijn. De initiatiefnemer moet ervoor zorgen dat:

Toelichting artikel 7. Participatieplan

Het participatieplan dient als leidraad voor hoe de gemeente haar inwoners betrekt bij beslissingen die hen aangaan. Dit plan stelt niet alleen richtlijnen op voor het participatietraject, maar legt ook vast hoe ondervertegenwoordigde groepen actief kunnen worden betrokken en hoe hun stem kan worden gehoord. De belangrijkste aspecten van het participatieplan worden hieronder besproken. Voor elk participatietraject wordt en plan gemaakt.

Doel van Participatie (Artikel 7b)

Het doel van het participatieproces moet expliciet worden omschreven in het participatieplan, met daarbij een duidelijke onderbouwing van de keuzes. Het doel kan per fase van het project variëren en kan voor verschillende fasen verschillende nadrukken leggen. Het is belangrijk dat dit doel transparant is en goed kan worden uitgelegd aan betrokkenen.

Grote impact vraagt om meer inspanning: Wanneer een besluit grote gevolgen heeft voor betrokkenen (bijvoorbeeld groot onderhoud aan straten), moet de gemeente extra moeite doen om hen te betrekken. Dit betekent niet automatisch dat de mate van invloed ook groot is. De feedback is altijd belangrijk en nemen we als gemeente serieus en betrekken we bij het besluit.

Betrekken van de juiste groepen: Het is essentieel dat de gemeente de relevante groepen actief betrekt bij het participatietraject. Dit geldt ook voor ondervertegenwoordigde groepen, zoals jongeren, migrantengroepen en mensen met een praktische opleiding. Dit sluit aan bij het inclusiebeleid van de Lokale Inclusie Agenda Maasdriel & Zaltbommel (Deze link gaat naar een externe website). Dit kan bijvoorbeeld door het aanbieden van communicatie in diverse vormen (bijvoorbeeld visuele hulpmiddelen of eenvoudige taal). En het organiseren van bijeenkomsten op tijden en locaties die beter toegankelijk zijn voor deze groepen.
Tijdige participatie: Het is van belang dat participatie plaatsvindt op een moment waarop bewoners daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen. Dit hoeft niet altijd aan het begin van een project te zijn; soms is het nuttiger om inwoners later in het proces mee te laten denken, wanneer de plannen concreter zijn.

De mate van invloed (Artikel 7e) Het participatieplan moet duidelijk maken hoe groot de invloed is, afhankelijk van het soort besluit en de fase van het proces. De wijze van participatie kan variëren van reageren tot gezamenlijk beslissen. Heldere communicatie en transparantie zijn essentieel voor het managen van verwachtingen en het stimuleren van betrokkenheid. We communiceren altijd.

Raadplegen: De gemeente bepaalt grotendeels zelf, maar zoekt actief het gesprek met belanghebbenden. De gesprekken zijn informatief en niet bindend.
Adviseren: De gemeente bepaalt de richting, maar biedt belanghebbenden de ruimte om oplossingen aan te dragen. Zij hebben een volwaardige rol in de ontwikkeling. De gemeente kan de resultaten overnemen, maar kan beargumenteerd afwijken.
Samenwerken en co-creatie: Gemeente en belanghebbenden bepalen gezamenlijk wat er gebeurt en werken samen aan een oplossing. De gemeente verbindt zich in principe aan deze gezamenlijke oplossingen.
Meebeslissen: De gemeente draagt meer beslissingsbevoegdheid over aan belanghebbenden, waarbij zij zelf een adviserende rol aanneemt. De gemeente neemt de resultaten over, mits deze voldoen aan vooraf gestelde randvoorwaarden.

Toelichting artikel 8. Inspraak

Het artikel over inspraak is opgenomen omdat de oude inspraakverordening komt te vervallen en nu in de nieuwe verordening is geïntegreerd. Inspraak is soms wettelijk verplicht, bijvoorbeeld bij wijzigingen in het Omgevingsplan volgens de Omgevingswet, maar wordt vaak pas aan het einde van het proces ingezet, nadat de richting al is bepaald.

Het verschil tussen participatie en inspraak is dat participatie eerder in het proces plaatsvindt, terwijl inspraak doorgaans achteraf is.

Het uitgangspunt is dat de gemeente liever proactieve participatie toepast, maar als inspraak verplicht is, wordt dit geregeld. Het tweede lid biedt de mogelijkheid om de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet strikt toe te passen, zodat inspraak flexibeler wordt ingepast.

Voorbeeld: Bij een wijziging van het Omgevingsplan kan de gemeente eerst met belanghebbenden over de plannen praten. Daarna volgt pas de formele inspraakronde, waarin bewoners hun mening kunnen geven over het conceptbesluit.

Toelichting artikel 9. Afronding Participatieproces

Na afloop van een participatietraject zorgt de gemeente ervoor dat het verloop van het proces transparant is en dat inwoners inzicht krijgen in de resultaten. In dit artikel wordt vastgelegd dat het bestuursorgaan binnen 30 dagen een participatieverslag opstelt. Dit verslag moet minimaal de volgende aspecten bevatten:

  1. Een beschrijving van het participatieproces, inclusief de verschillende bijeenkomsten en waar documenten beschikbaar waren.
  2. Een overzicht van de resultaten van het proces, zoals de belangrijkste reacties en of de juiste doelgroepen zijn bereikt, inclusief moeilijk te bereiken groepen.
  3. Een gemotiveerde reactie op de uitkomsten, waarbij duidelijk wordt gemaakt hoe de ontvangen input is meegenomen in de besluitvorming.
  4. De doorgevoerde beleidsaanpassingen op basis van de inbreng van inwoners/betrokkenen.

Het verslag hoeft niet elke individuele inbreng apart te behandelen, maar moet wel een samenvatting geven van de belangrijkste ideeën en de vervolgstappen. Daarnaast bevat het verslag een terugblik op het proces, waarbij wordt geëvalueerd of de doelen van het participatieplan zijn behaald en wat goed of minder goed ging. Het is waardevol om dit samen met de deelnemers te bespreken, zodat de gemeente kan leren en het participatieproces in de toekomst kan verbeteren.

Toelichting hoofdstuk 4. Overheidsparticipatie

Hoofdstuk 4 moedigt inwoners en maatschappelijke partijen aan om actief deel te nemen aan gemeentelijke processen door hun ideeën en initiatieven in te brengen. Het richt zich op het ondersteunen van initiatieven vanuit de samenleving, niet op gemeentelijke plannen.

Inwoners kunnen verzoeken indienen om gemeentelijke taken over te nemen via het uitdaagrecht, als zij denken deze beter, efficiënter of goedkoper te kunnen uitvoeren. Het proces is flexibel, gericht op het minimaliseren van bureaucratie en waarborgt de zorgplicht zoals beschreven in artikel 6. Inwoners kunnen gebruikmaken van formats voor participatieplannen en verslagen om hun initiatieven effectief in te dienen en uit te voeren. Deze worden via de website www.zaltbommel.nl beschikbaar gesteld.

Toelichting artikel 10. Verzoek om overheidsparticipatie

In dit artikel wordt beschreven hoe inwoners en maatschappelijke partijen een verzoek kunnen indienen voor overheidsparticipatie. Ze moeten hun doel en beoogde resultaat duidelijk omschrijven. Om dit proces te vergemakkelijken, stelt de gemeente een aanvraagformulier beschikbaar via haar website.

Toelichting artikel 11. Beoordeling verzoek overheidsparticipatie

Verzoeken worden door de gemeente getoetst op verschillende criteria, zoals de ruimte binnen beleid, wet- en regelgeving, de aansluiting bij bestaand beleid en de kosten en complexiteit van het initiatief. Dit zorgt voor een zorgvuldige beoordeling van de haalbaarheid van het verzoek.

Toelichting artikel 12. Uitvoering overheidsparticipatie

Als een verzoek wordt goedgekeurd, worden de afspraken over het proces, de looptijd, de beoogde uitkomsten, het budget en de financiering vastgelegd. Ook wordt de rol van het bestuursorgaan tijdens het proces duidelijk beschreven, zodat de samenwerking soepel kan verlopen.

Toelichting artikel 13. Aanvullende afspraken bij uitdaagrecht

Het uitdaagrecht stelt inwoners in staat om gemeentelijke taken over te nemen als zij denken dat zij deze beter, goedkoper of efficiënter kunnen uitvoeren. Inwoners kunnen verzoeken indienen om taken, zoals het onderhouden van een park of het beheren van een dorpshuis, over te nemen. Dit artikel legt de voorwaarden vast waaraan een verzoek moet voldoen.

Daarnaast worden beperkingen beschreven, zoals gevallen waarin het uitdaagrecht niet van toepassing is (bijvoorbeeld bij lopende projecten of wettelijk uitgesloten taken). De gemeente beoordeelt de verzoeken binnen vier weken en maakt binnen drie maanden een beslissing. Inwoners moeten duidelijk uitleggen hoe zij de taak willen uitvoeren, wat de kosten zijn en hoe de kwaliteit gewaarborgd blijft.

Toelichting artikel 14. Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan het bestuursorgaan, gemotiveerd, afwijken van de bepalingen in deze verordening. Dit artikel biedt flexibiliteit voor situaties waarin de strikte toepassing van de regels tot onredelijke of onwenselijke gevolgen kan leiden. Dit biedt ruimte voor het oplossen van bijzondere individuele situaties die niet vooraf in de verordening voorzien kunnen worden.

Toelichting artikel 15. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

De oude inspraakverordening uit 2004, die niet meer voldoet aan de huidige eisen en ontwikkelingen, wordt met de invoering van deze nieuwe verordening ingetrokken. De oude verordening blijft echter van toepassing op lopende procedures die volgens de oude regels al in gang zijn gezet, zodat deze processen op een consistente en rechtmatige manier kunnen worden afgerond. Dit overgangsrecht zorgt ervoor dat er geen juridische onzekerheid ontstaat voor procedures die nog onder de oude verordening vallen. De intrekking van de oude verordening markeert een belangrijke stap naar de modernisering van de participatieprocessen binnen de gemeente Zaltbommel.

Toelichting artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2025. De verordening zal vanaf die datum gelden voor alle inwoners- en overheidsparticipatieprocessen. De citeertitel, ‘Verordening Inwoners- en overheidsparticipatie van de gemeente Zaltbommel 2025’, maakt het voor alle betrokkenen eenvoudig om naar de verordening te verwijzen en te zorgen voor duidelijkheid over de geldende regels.