Lees pagina voor

Korte Steigerstraat 11, kerk

Adres: Korte Steigerstraat 11, Zaltbommel

Gemeente: Zaltbommel
Postcode + plaats: 5301 CE Zaltbommel
Straat + huisnummer: Korte Steigerstraat 11
Naam object:-
Kadastrale aanduiding: gemeente Zaltbommel, sectie A, nr. 2408

Bescherming: gemeentelijk monument
Datum aanwijzing:10 januari 2006

Oorspronkelijke functie: kerk
Huidige functie: kerk

Bouwjaar: 1900
Architect: -
Bouwstijl: neorenaissance

Beschrijver: M. Witteveen/geactualiseerd door Marinus van Dintel
Datum beschrijving: 1997/november 2004
Datum foto’s: november 2004

Bronnen: bouwdossiers Streekarchief Bommelerwaard (SAB)

Kadastrale kaart van 2015 van ingetekende perceel aan de Korte Steigerstraat 11 in Zaltbommel

Kadastrale kaart van Korte Steigerstraat 11 in Zaltbommel (2015)

Historie en ligging

Het pand ligt aan de westzijde van de Korte Steigerstraat, met aan de linkerzijde het in dezelfde tijd gebouwde gemeenschapsgebouw. Het is in 1900 gebouwd als kerkgebouw van de gereformeerde kerkgemeenschap en heeft nog steeds deze functie. In 1932 heeft een interne verbouwing plaats gevonden, waarbij boven de preekstoel een orgelgalerij met orgel werd aangebracht en de preekstoel tot platform werd omgebouwd.

Plattegrond en opbouw

Het pand is een kleine zaalkerk met rechte koorsluiting en is gebouwd op een rechthoekige plattegrond. Het heeft aan de voorzijde een brede tuitgevel met een middenrisaliet en een kleine lantaarntoren. Het metselwerk bestaat uit machinale bakstenen in kruisverband. De bakstenen plint heeft een afgeschuinde bovenzijde. In de vensters is glas-in-lood aangebracht. Het kozijnwerk is crème geschilderd; de raampartijen zijn in crème en donkergroen uitgevoerd.

Foto van Korte Steigerstraat 11 in Zaltbommel

Voorgevel

De voorgevel is symmetrisch van opbouw. Het middendeel bestaat uit een risaliet, dat aan de bovenzijde tot aan de onderbouw van het lantaarntorentje reikt. In dit risaliet bevindt zich een ingang, waarvan de dagkanten zijn voorzien van een kwarthol profiel. De dubbele deur is opgeklampt en heeft neuten en een onderdorpel van natuursteen. Het kalf boven de deur is ongeprofileerd. Boven het kalf bevindt zich een 3-ruits halfrond bovenlicht met glas-in-lood. De enkelsteens rondboog heeft witte, natuurstenen geboortestenen en sluitsteen. Aan weerszijden van de rondboog vormen drie boven elkaar geplaatste witte, natuurstenen blokken voor de overgang naar een smaller risalietgedeelte. De middelste van deze stenen bewerkstelligt door middel van een kwartronde uitholling, de overgang. Boven de sluitsteen van de ingang bevindt zich een groot rondboogvenster met een gietijzeren tracering. De vensteropening heeft dagkanten met een kwarthol profiel en een schuin aflopende bakstenen lekdorpel. De rondboog heeft witte, natuurstenen geboortestenen en sluitsteen. De tracering is vierdeling met een oculus met achtpas in de top. De middenstijl splitst zich onder de oculus en is door twee rondbogen met de buitenstijlen verbonden. De twee stijlen daartussen splitsen zich bovenaan als een vork. De stijlen zijn doorsneden door zes horizontale roeden. De oculus en de middenstijl met de beide rondbogen zijn aan de voorzijde groen; de overige delen van het traceerwerk zijn wit. Aan weerszijden van de rondboog vormen drie boven elkaar geplaatste witte, natuurstenen blokken voor een tweede overgang naar een smaller risalietgedeelte. De middelste van deze blokken bewerkstelligt de sprong, doordat deze is uitgevoerd als een afzaat met schuine zijde en waterkering aan de onderzijde.
Ruim boven de sluitsteen van de rondboog bevinden zich twee rondboognissen met kwartholle dagkanten en schuin aflopende bakstenen lekdorpels. Boven het risaliet bevindt zich de met leien gedekte onderbouw van het lantaarntorentje. Deze onderbouw gaat van een vierkante opzet over in een achtzijdige en ondersteunt een brede, met lood bekleden achtzijdige lijst met afgeronde voorzijde.
Vanuit deze lijst ontspringt de houten, met lood beklede lantaarn met acht rondboogopeningen. De lantaarn heeft bovenaan twee platte rechter lijsten.

De achtzijdige onderbouw van de spits is aan de buitenzijde rechthoekig en kraagt ver uit. Op deze onderbouw rust een fraaie met lood beklede ui. Deze ui wordt bovenaan opgevolgd door een brede ring en een kleinere ui, die eindigt in een smalle spits met een ring in het midden en een bol bovenin. De gehele spits is met lood bekleed.
De voorgevel is op beide hoeken voorzien van een liseen, die tot boven de aanzet van de topgevel is doorgetrokken. Deze lisenen zijn afgedekt door een ezelsrug, die naar boven toe eenmalig verspringt en wordt bekroond met een rondstaaf. De ezelsrug rust op een platte, halfronde lijst. De lijst en de ezelsrug bestaan uit geprofileerde, geglazuurde bakstenen. De lisenen zijn bovenaan aan de voorzijde gedecoreerd met een smalle, blinde spleet. De bovenzijde van de spleet wordt afgesloten door drie witte blokken natuursteen; de onderzijde door twee witte blokken. Beide afsluitingen hebben een wigvorm. Bovendien heeft de onderzijde een lekdorpel die bestaat uit twee schuin geplaatste baksteenkoppen.
Het linker en rechter deel van de voorgevel zijn in spiegelbeeld gelijk aan elkaar. Ter hoogte van de deur bevinden zich aan weerszijden twee kleine gekoppelde rondboogvensters met een gietijzeren tracering. De vensteropeningen hebben dagkanten met een kwarthol profiel en schuin aflopende bakstenen lekdorpels. De tracering bestaat uit een middenstijl die zich bovenin als een vork in tweeën splitst en die doorsneden wordt door drie horizontale roeden.
Boven de gekoppelde rondboogvensters bevindt zich aan beide zijden een groot rondboogvenster met een gietijzeren tracering. Deze vensters zijn lager geplaatst dan het rondboogvenster in het middenrisaliet. De vensteropening heeft dagkanten met een kwarthol profiel en een schuin aflopende bakstenen lekdorpel. De rondboog heeft witte, natuurstenen geboortestenen en sluitsteen. De tracering is vierdelig met een oculus in de top. De middenstijl splitst zich onder de oculus en is door twee rondbogen met de buitenstijlen verbonden. De twee stijlen daartussen splitsen zich bovenaan als een vork. De stijlen zijn doorsneden door vijf horizontale roeden. De oculus en de middenstijl met de beide rondbogen zijn aan de voorzijde groen; de overige delen van het traceerwerk zijn wit.
In het linkergedeelte van de voorgevel is direct boven de plint een herinneringssteen geplaatst. De tekst van de steen luidt: “GEREFORMEERDE KERK – eerste steen gelegd – door – J. MEYER Jr. v.d.m. – 19 17/7 00 – EBEN HAEZER”.
De topgevel eindigt aan de bovenzijde met een bakstenen, oplopend getrapte, dubbele lijst. De schuine zijden zijn boven deze lijst gedekt met een ezelsrug met daarop een grondstaaf en daaronder een smalle, ronde lijst. Deze lijst en de ezelsrug met de rondstaaf bestaan uit geprofileerd, geglazuurd baksteen.

Linker zijgevel

Het zichtbare gedeelte van de linker zijgevel bestaat uit oude handgevormde stenen met kalkvoegen en behoort met grote waarschijnlijk toe aan oudere belendende bebouwing die in de loop van de tijd is verdwenen.

Rechter zijgevel

Het zichtbare gedeelte van de rechter zijgevel bestaat uit oude handgevormde stenen met kalkvoegen en behoort met grote waarschijnlijk toe aan oudere belendende bebouwing die in de loop van de tijd is verdwenen.

Achtergevel

De achtergevel is niet zichtbaar van de openbare weg en daarom niet beschreven.

Dak

De kerk heeft een zadeldak met de nok haaks op de voorgevel geplaatst. Het dak is gedekt met gesmoorde Hollandse pannen.

Bijgebouwen, stoep en tuin

Voor het pand ligt een smalle klinkerstoep.

Reden van plaatsing

Architectuurhistorische criteria

a. de bouw in neorenaissance stijl.

Stedenbouwkundige criteria

a. de situering in de westelijke gevelwand van de Korte Steigerstraat;
b. de hoge authenticiteit.

Cultuurhistorische criteria

a. de functie van gemeenschapsruimte voor de groeiende gereformeerd kerkgemeenschap in Zaltbommel aan het einde van de 19de eeuw.

Korte Steigerstraat 11, kerk op een kaart getoond.